Annotatie bij EHRM 22 december 2015 (G.S.B. / Zwitersland)
Abstract
Een man met de Saudische en Amerikaanse nationaliteit zet een deel van zijn geld op een bank (UBS) in Zwitserland. Hij denkt daar veilig te zijn, in verband met het bankgeheim. De Amerikaanse belastingdienst krijgt echter een tip dat UBS veel rekeninghouders heeft die hun bezittingen niet opgeven aan de belastingdienst. De Amerikaanse justitie wil UBS vervolgen voor medeplichtigheid aan belastingontduiking. Er wordt een schikking getroffen en de autoriteiten vragen UBS gegevens over de rekeninghouders vrij te geven. Vervolgens mengt Zwitserland zich in het verhaal en er wordt een internationale overeenkomst tussen beide landen gesloten, waarbij er in Zwitserland een taskforce komt die zal beoordelen of en zo ja welke informatie er aan de Amerikaanse autoriteiten mag worden doorgespeeld. Als de informatie van G.S.B. vervolgens dreigt te worden overgedragen komt deze in het geweer. In de nationale procedure wordt hij eerst in het gelijk gesteld, maar nadat er verdere maatregelen zijn getroffen verliest hij de zaak alsnog. Ook door het EHRM wordt zijn klacht onder art. 8 EVRM afgewezen. Hierbij speelt met name de vraag of de veroordeling is voorgeschreven bij wet, aangezien de internationale overeenkomst met terugwerkende kracht lijkt te zijn toegepast. Dit argument wordt echter verworpen door het Hof.
Grondrechten, Privacy
Bibtex
Case note{nokey,
title = {Annotatie bij EHRM 22 december 2015 (G.S.B. / Zwitersland)},
author = {van der Sloot, B.},
url = {http://www.ivir.nl/publicaties/download/1768},
year = {0513},
date = {2016-05-13},
journal = {European Human Rights Cases},
number = {4},
abstract = {Een man met de Saudische en Amerikaanse nationaliteit zet een deel van zijn geld op een bank (UBS) in Zwitserland. Hij denkt daar veilig te zijn, in verband met het bankgeheim. De Amerikaanse belastingdienst krijgt echter een tip dat UBS veel rekeninghouders heeft die hun bezittingen niet opgeven aan de belastingdienst. De Amerikaanse justitie wil UBS vervolgen voor medeplichtigheid aan belastingontduiking. Er wordt een schikking getroffen en de autoriteiten vragen UBS gegevens over de rekeninghouders vrij te geven. Vervolgens mengt Zwitserland zich in het verhaal en er wordt een internationale overeenkomst tussen beide landen gesloten, waarbij er in Zwitserland een taskforce komt die zal beoordelen of en zo ja welke informatie er aan de Amerikaanse autoriteiten mag worden doorgespeeld. Als de informatie van G.S.B. vervolgens dreigt te worden overgedragen komt deze in het geweer. In de nationale procedure wordt hij eerst in het gelijk gesteld, maar nadat er verdere maatregelen zijn getroffen verliest hij de zaak alsnog. Ook door het EHRM wordt zijn klacht onder art. 8 EVRM afgewezen. Hierbij speelt met name de vraag of de veroordeling is voorgeschreven bij wet, aangezien de internationale overeenkomst met terugwerkende kracht lijkt te zijn toegepast. Dit argument wordt echter verworpen door het Hof.},
keywords = {Grondrechten, Privacy},
}