Cloud diensten in hoger onderwijs en onderzoek en de USA Patriot Act external link

Abstract

Instellingen en gebruikers gaan massaal over op de cloud, en daardoor vermindert de controle en het overzicht over de toegang tot onze gegevens door overheden. Dit heeft belangrijke consequenties voor de privacy en andere fundamentele belangen bij de vertrouwelijkheid van informatie. Er is de laatste tijd veel geroepen over de Patriot Act, maar niemand heeft goed zicht op de Amerikaanse wetgeving die de VS de mogelijkheid van toegang geeft tot gegevens in de cloud. Dit rapport van het IViR in opdracht van SURFdirect geeft antwoord op deze belangrijke vragen. De Amerikaanse Grondwet en de specifieke wetten beschermen buitenlanders in mindere mate dan Amerikanen. Cloudgegevens van niet-Amerikanen in het buitenland kunnen daarom sneller en makkelijker worden opgevraagd dan van Amerikanen, en dat zonder juridische waarborgen als transparantie over het aantal opvragingen en rechtsbescherming van het individu. Daarnaast wordt het maatschappelijke debat gedomineerd door hardnekkige misvattingen en een te grote focus op de Patriot Act. Er is sprake van een veel groter geheel aan wetgeving. Voor opvraging door Amerikaanse autoriteiten maakt het niet uit op welke plek in de wereld cloudgegevens zijn opgeslagen. Het hoeft ook geen Amerikaanse cloudprovider te zijn. Als een Nederlandse cloudaanbieder structureel zaken doet in de VS, dan geeft VS wet- en regelgeving in beginsel al de mogelijkheid voor VS autoriteiten om gegevens op te vragen vanuit Nederland. Voor afnemers van clouddiensten zullen zulke relaties in de praktijk moeilijk te achterhalen zijn en door overnames in de sector kan de situatie opeens veranderen.

Grondrechten, Privacy

Bibtex

Report{nokey, title = {Cloud diensten in hoger onderwijs en onderzoek en de USA Patriot Act}, author = {van Hoboken, J. and van Eijk, N. and Arnbak, A.}, url = {http://www.ivir.nl/publicaties/download/Clouddiensten_in_HO_en_USA_Patriot_Act.pdf}, year = {0912}, date = {2012-09-12}, abstract = {Instellingen en gebruikers gaan massaal over op de cloud, en daardoor vermindert de controle en het overzicht over de toegang tot onze gegevens door overheden. Dit heeft belangrijke consequenties voor de privacy en andere fundamentele belangen bij de vertrouwelijkheid van informatie. Er is de laatste tijd veel geroepen over de Patriot Act, maar niemand heeft goed zicht op de Amerikaanse wetgeving die de VS de mogelijkheid van toegang geeft tot gegevens in de cloud. Dit rapport van het IViR in opdracht van SURFdirect geeft antwoord op deze belangrijke vragen. De Amerikaanse Grondwet en de specifieke wetten beschermen buitenlanders in mindere mate dan Amerikanen. Cloudgegevens van niet-Amerikanen in het buitenland kunnen daarom sneller en makkelijker worden opgevraagd dan van Amerikanen, en dat zonder juridische waarborgen als transparantie over het aantal opvragingen en rechtsbescherming van het individu. Daarnaast wordt het maatschappelijke debat gedomineerd door hardnekkige misvattingen en een te grote focus op de Patriot Act. Er is sprake van een veel groter geheel aan wetgeving. Voor opvraging door Amerikaanse autoriteiten maakt het niet uit op welke plek in de wereld cloudgegevens zijn opgeslagen. Het hoeft ook geen Amerikaanse cloudprovider te zijn. Als een Nederlandse cloudaanbieder structureel zaken doet in de VS, dan geeft VS wet- en regelgeving in beginsel al de mogelijkheid voor VS autoriteiten om gegevens op te vragen vanuit Nederland. Voor afnemers van clouddiensten zullen zulke relaties in de praktijk moeilijk te achterhalen zijn en door overnames in de sector kan de situatie opeens veranderen.}, keywords = {Grondrechten, Privacy}, }

Cloud Computing in Higher Education and Research Institutions and the USA Patriot Act external link

Abstract

Institutions have started to move their data and ICT operations into the cloud. It is becoming clear that this is leading to a decrease of overview and control over government access to data for law enforcement and national security purposes. This report looks at the possibilities for the U.S. government to obtain access to information in the cloud from Dutch institutions on the basis of U.S. law and on the basis of Dutch law and international co-operation. It concludes that the U.S. legal state of affairs implies that the transition towards the cloud has important negative consequences for the possibility to manage information confidentiality, information security and the privacy of European end users in relation to foreign governments. The Patriot Act from 2001 has started to play a symbolic role in the public debate. It is one important element in a larger, complex and dynamic legal framework for access to data for law enforcement and national security purposes. In particular, the FISA Amendments Act provision for access to data of non-U.S. persons outside the U.S. enacted in 2008 deserves attention. The report describes this and other legal powers for the U.S. government to obtain data of non-U.S. persons located outside of the U.S. from cloud providers that fall under its jurisdiction. Such jurisdiction applies widely, namely to cloud services that conduct systematic business in the United States and is not dependent on the location where the data are stored, as is often assumed. For non-U.S. persons located outside of the U.S., constitutional protection is not applicable and the statutory safeguards are minimal. In the Netherlands and across the EU, government agencies have legal powers to obtain access to cloud data as well. These provisions can also be be used to assist the U.S. government, when it does not have jurisdiction for instance, but they must stay within the constitutional safeguards set by national constitutions, the European Convention on Human Rights and the EU Charter.

Grondrechten, Privacy

Bibtex

Report{nokey, title = {Cloud Computing in Higher Education and Research Institutions and the USA Patriot Act}, author = {van Hoboken, J. and Arnbak, A. and van Eijk, N.}, url = {http://www.ivir.nl/publicaties/download/Cloud_Computing_Patriot_Act_2012.pdf}, year = {1129}, date = {2012-11-29}, abstract = {Institutions have started to move their data and ICT operations into the cloud. It is becoming clear that this is leading to a decrease of overview and control over government access to data for law enforcement and national security purposes. This report looks at the possibilities for the U.S. government to obtain access to information in the cloud from Dutch institutions on the basis of U.S. law and on the basis of Dutch law and international co-operation. It concludes that the U.S. legal state of affairs implies that the transition towards the cloud has important negative consequences for the possibility to manage information confidentiality, information security and the privacy of European end users in relation to foreign governments. The Patriot Act from 2001 has started to play a symbolic role in the public debate. It is one important element in a larger, complex and dynamic legal framework for access to data for law enforcement and national security purposes. In particular, the FISA Amendments Act provision for access to data of non-U.S. persons outside the U.S. enacted in 2008 deserves attention. The report describes this and other legal powers for the U.S. government to obtain data of non-U.S. persons located outside of the U.S. from cloud providers that fall under its jurisdiction. Such jurisdiction applies widely, namely to cloud services that conduct systematic business in the United States and is not dependent on the location where the data are stored, as is often assumed. For non-U.S. persons located outside of the U.S., constitutional protection is not applicable and the statutory safeguards are minimal. In the Netherlands and across the EU, government agencies have legal powers to obtain access to cloud data as well. These provisions can also be be used to assist the U.S. government, when it does not have jurisdiction for instance, but they must stay within the constitutional safeguards set by national constitutions, the European Convention on Human Rights and the EU Charter.}, keywords = {Grondrechten, Privacy}, }

De onduidelijke verhouding tussen vrijheid van meningsuiting en discriminatie: Een analyse van de groepsbelediging en het haatzaaien external link

Janssen, E. & Nieuwenhuis, A.
Mediaforum, num: 4, pp: 94-104, 2011

Abstract

De strafbaarstelling van groepsbelediging en haatzaaien vormt een beperking van de vrijheid van meningsuiting. Het is echter niet zeker waar precies de grens loopt tussen controversiële bijdragen aan het maatschappelijk debat en strafbare uitlatingen. Dat blijkt onder meer uit het verschil van opvatting tussen het OM en het Hof Amsterdam in casu Wilders. Dit artikel concentreert zich op de vraag waarom het zo moeilijk is de genoemde strafbepalingen eenduidig uit te leggen. Eén van de conclusies is dat de wetgever meer helderheid zou moeten scheppen.

Grondrechten, Vrijheid van meningsuiting

Bibtex

Article{nokey, title = {De onduidelijke verhouding tussen vrijheid van meningsuiting en discriminatie: Een analyse van de groepsbelediging en het haatzaaien}, author = {Janssen, E. and Nieuwenhuis, A.}, url = {http://www.ivir.nl/publicaties/download/Mediaforum_2011_4.pdf}, year = {0419}, date = {2011-04-19}, journal = {Mediaforum}, number = {4}, abstract = {De strafbaarstelling van groepsbelediging en haatzaaien vormt een beperking van de vrijheid van meningsuiting. Het is echter niet zeker waar precies de grens loopt tussen controversiële bijdragen aan het maatschappelijk debat en strafbare uitlatingen. Dat blijkt onder meer uit het verschil van opvatting tussen het OM en het Hof Amsterdam in casu Wilders. Dit artikel concentreert zich op de vraag waarom het zo moeilijk is de genoemde strafbepalingen eenduidig uit te leggen. Eén van de conclusies is dat de wetgever meer helderheid zou moeten scheppen.}, keywords = {Grondrechten, Vrijheid van meningsuiting}, }

Limits to expression on religion in France ( ) external link

Janssen, E.
Journal of European Studies, num: 1, pp: 22-45, 2008

Abstract

This article examines the limits to expression on religion in France. It places the relevant provisions in French law and national case law concerning expression on religion within the context of the strict separation of the state and the church in France, known as la laïcité. Subsequently, it analyzes whether French case law complies with the relevant case law of the European Court of Human Rights.

Grondrechten, Vrijheid van meningsuiting

Bibtex

Article{nokey, title = {Limits to expression on religion in France ( )}, author = {Janssen, E.}, url = {http://www.ivir.nl/publicaties/download/Limits_to_expression_on_religion_in_France.pdf}, year = {0409}, date = {2008-04-09}, journal = {Journal of European Studies}, number = {1}, abstract = {This article examines the limits to expression on religion in France. It places the relevant provisions in French law and national case law concerning expression on religion within the context of the strict separation of the state and the church in France, known as la laïcité. Subsequently, it analyzes whether French case law complies with the relevant case law of the European Court of Human Rights.}, keywords = {Grondrechten, Vrijheid van meningsuiting}, }

Grenzen aan uitingen over religie in Frankrijk external link

Janssen, E.
Mediaforum, num: 3, pp: 109-118, 2008

Grondrechten, Vrijheid van meningsuiting

Bibtex

Article{nokey, title = {Grenzen aan uitingen over religie in Frankrijk}, author = {Janssen, E.}, url = {http://www.ivir.nl/publicaties/download/Mediaforum-2008-03.pdf}, year = {0929}, date = {2008-09-29}, journal = {Mediaforum}, number = {3}, keywords = {Grondrechten, Vrijheid van meningsuiting}, }

Bescherming van persoonsgegevens en de openbare informatievoorziening external link

Mediaforum, num: 5, pp: 76-80., 1998

Abstract

De huidige Wet persoonsregistraties is niet van toepassing op registraties die door pers, radio en televisie worden gehouden ten behoeve van de openbare informatievoorziening. Het wetsvoorstel voor een Wet bescherming persoonsgegevens maakt een eind aan die algehele exceptie. Krijgt de Registratiekamer nu toegang tot computerbestanden van journalisten? Kan onderzoeksjournalistiek geblokkeerd worden door een beroep op inzagerechten van betrokkenen? Nee, de vrijheid van meningsuiting wint het van de privacybescherming. Die winst is zo groot dat de nieuwe regeling eigenlijk niet zo veel oplevert voor de bescherming van de informationele privacy. Nu dat zo is, kan men het maar beter bij het oude houden.

Grondrechten, Privacy

Bibtex

Article{nokey, title = {Bescherming van persoonsgegevens en de openbare informatievoorziening}, author = {Kabel, J.}, url = {http://www.ivir.nl/publicaties/download/bescherming.pdf}, year = {0331}, date = {1998-03-31}, journal = {Mediaforum}, number = {5}, abstract = {De huidige Wet persoonsregistraties is niet van toepassing op registraties die door pers, radio en televisie worden gehouden ten behoeve van de openbare informatievoorziening. Het wetsvoorstel voor een Wet bescherming persoonsgegevens maakt een eind aan die algehele exceptie. Krijgt de Registratiekamer nu toegang tot computerbestanden van journalisten? Kan onderzoeksjournalistiek geblokkeerd worden door een beroep op inzagerechten van betrokkenen? Nee, de vrijheid van meningsuiting wint het van de privacybescherming. Die winst is zo groot dat de nieuwe regeling eigenlijk niet zo veel oplevert voor de bescherming van de informationele privacy. Nu dat zo is, kan men het maar beter bij het oude houden.}, keywords = {Grondrechten, Privacy}, }

Commercial communications external link

2001

Abstract

Deze studie is geschreven in opdracht van de Europese Commissie en gecoördineerd door Price Waterhouse Coopers in samenwerking met de Katholieke Universiteit Tilburg en de Universiteit Utrecht en afgerond op 17 augustus 2000. Onderzocht wordt welke regels er op Europees niveau gelden ten aanzien van commerciële communicatie, welke van die regels achtereenvolgens geheel overeind kunnen blijven in de informatiemaatschappij, waar vanuit een oogpunt van consumentenbescherming verhelderingen zijn vereist, welke regels duidelijk niet deugen en waar zich hiaten vertonen.

Bescherming van communicatie, Grondrechten

Bibtex

Report{nokey, title = {Commercial communications}, author = {Kabel, J.}, url = {http://www.ivir.nl/publicaties/download/commercial_communications.pdf}, year = {0901}, date = {2001-09-01}, abstract = {Deze studie is geschreven in opdracht van de Europese Commissie en gecoördineerd door Price Waterhouse Coopers in samenwerking met de Katholieke Universiteit Tilburg en de Universiteit Utrecht en afgerond op 17 augustus 2000. Onderzocht wordt welke regels er op Europees niveau gelden ten aanzien van commerciële communicatie, welke van die regels achtereenvolgens geheel overeind kunnen blijven in de informatiemaatschappij, waar vanuit een oogpunt van consumentenbescherming verhelderingen zijn vereist, welke regels duidelijk niet deugen en waar zich hiaten vertonen.}, keywords = {Bescherming van communicatie, Grondrechten}, }

Annotatie bij EHRM 28 juni 2001 ((Vgt Verein gegen Tierfabriken / Switzerland)) external link

Mediaforum, num: 2, pp: 54-59., 2002

Grondrechten

Bibtex

Case note{nokey, title = {Annotatie bij EHRM 28 juni 2001 ((Vgt Verein gegen Tierfabriken / Switzerland))}, author = {Kabel, J.}, url = {http://www.ivir.nl/publicaties/download/annotatie_mf_2002_2.pdf}, year = {0321}, date = {2002-03-21}, journal = {Mediaforum}, number = {2}, keywords = {Grondrechten}, }

‘Informatiebureaus en de bescherming van persoonsgegevens’ external link

2002

Abstract

In de particuliere sector is de behoefte aan privacybescherming juist met betrekking tot de activiteiten van informatiebureaus al vroeg gevoeld, met name bij het verzamelen van inlichtingen op het gebied van kredietwaardigheid en solvabiliteit. De Wet persoonsregistraties (WPR) bevatte een bijzondere regeling in de wet zelf. De Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) kent echter geen afzonderlijke regeling meer. In het navolgende wordt, nu specifieke regels in de Wbp ontbreken, herhaaldelijk teruggegrepen op het systeem en de voorgeschiedenis van de bijzondere regeling voor handelsinformatiebureaus in art. 13 WPR. Omdat de desbetreffende praktijken niet altijd vallen onder het regime van de Wbp, is het ook nodig te bezien wat het gewone recht oplevert.

Grondrechten, Privacy

Bibtex

Other{nokey, title = {‘Informatiebureaus en de bescherming van persoonsgegevens’}, author = {Kabel, J.}, url = {http://www.ivir.nl/publicaties/download/informatiebureaus.pdf}, year = {0816}, date = {2002-08-16}, abstract = {In de particuliere sector is de behoefte aan privacybescherming juist met betrekking tot de activiteiten van informatiebureaus al vroeg gevoeld, met name bij het verzamelen van inlichtingen op het gebied van kredietwaardigheid en solvabiliteit. De Wet persoonsregistraties (WPR) bevatte een bijzondere regeling in de wet zelf. De Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) kent echter geen afzonderlijke regeling meer. In het navolgende wordt, nu specifieke regels in de Wbp ontbreken, herhaaldelijk teruggegrepen op het systeem en de voorgeschiedenis van de bijzondere regeling voor handelsinformatiebureaus in art. 13 WPR. Omdat de desbetreffende praktijken niet altijd vallen onder het regime van de Wbp, is het ook nodig te bezien wat het gewone recht oplevert.}, keywords = {Grondrechten, Privacy}, }

Annotatie bij Hof Amsterdam 18 juni 2002 ((AbFab/XS4ALL)) external link

Computerrecht, num: 5, pp: 299-307, 2002

Bescherming van communicatie, Grondrechten

Bibtex

Case note{nokey, title = {Annotatie bij Hof Amsterdam 18 juni 2002 ((AbFab/XS4ALL))}, author = {Kabel, J.}, url = {http://www.ivir.nl/publicaties/download/annotatie-abfabxs4all.pdf}, year = {1112}, date = {2002-11-12}, journal = {Computerrecht}, number = {5}, keywords = {Bescherming van communicatie, Grondrechten}, }