Abstract
Op 22 september 2000 besloot het Gerechtshof Amsterdam de journalist Koen Voskuil, van het gratis verspreide dagblad Sp!ts, te gijzelen, omdat hij weigerde de bron te noemen van door hem gepubliceerde informatie. Dat besluit vormde een inbreuk op de in artikel 10 EVRM gegarandeerde informatievrijheid, die naar het oordeel van het EHRM niet werd gerechtvaardigd door de beperkingsclausules van artikel 10, tweede lid, EVRM. De door het gerechtshof aangevoerde reden, het waarborgen van een eerlijk proces aan de verdachte Mink K en twee medeverdachten, was niet relevant. De andere reden die het gerechtshof noemde, de integriteit van de politie (en dus het achterhalen van de identiteit van de politiebeamte die de bron van de journalist was geweest) was niet voldoende om het belang van de bronbescherming opzij te zetten. Het EHRM is er verbaasd over hoe ver men in Nederland bereid is te gaan om de identiteit van een klokkenluider te achterhalen en de mogelijkheden waarover de autoriteiten daarvoor beschikken. Dat heeft niet alleen een afschrikkend effect op de vrije journalistiek, maar óók op iedereen die met misstanden in zijn omgeving naar buiten wil komen door die ter kennis van de media te brengen. Het EHRM constateert tevens een schending van artikel 5 EVRM.
Bibtex
Article{nokey,
title = {Gijzeling van een journalist die weigert zijn bron te noemen},
author = {Schuijt, G.},
url = {http://www.ivir.nl/publicaties/download/1660.pdf},
year = {0207},
date = {2008-02-07},
journal = {NJCM-Bulletin},
number = {1},
abstract = {Op 22 september 2000 besloot het Gerechtshof Amsterdam de journalist Koen Voskuil, van het gratis verspreide dagblad Sp!ts, te gijzelen, omdat hij weigerde de bron te noemen van door hem gepubliceerde informatie. Dat besluit vormde een inbreuk op de in artikel 10 EVRM gegarandeerde informatievrijheid, die naar het oordeel van het EHRM niet werd gerechtvaardigd door de beperkingsclausules van artikel 10, tweede lid, EVRM. De door het gerechtshof aangevoerde reden, het waarborgen van een eerlijk proces aan de verdachte Mink K en twee medeverdachten, was niet relevant. De andere reden die het gerechtshof noemde, de integriteit van de politie (en dus het achterhalen van de identiteit van de politiebeamte die de bron van de journalist was geweest) was niet voldoende om het belang van de bronbescherming opzij te zetten. Het EHRM is er verbaasd over hoe ver men in Nederland bereid is te gaan om de identiteit van een klokkenluider te achterhalen en de mogelijkheden waarover de autoriteiten daarvoor beschikken. Dat heeft niet alleen een afschrikkend effect op de vrije journalistiek, maar óók op iedereen die met misstanden in zijn omgeving naar buiten wil komen door die ter kennis van de media te brengen. Het EHRM constateert tevens een schending van artikel 5 EVRM.},
keywords = {Mediarecht},
}