De Deense beeldenstorm external link

NJB, num: 11, pp: 634-638, 2006

Abstract

Inmiddels is er in de media heel wat afgepraat en geschreven over vrijheid van meningsuiting, waarbij wij in Nederland ongeveer weer op het niveau van de "geitenneuker" discussie em "het recht om te beledigen" zijn uitgekomen. Het misverstand dat vrijheid van meningsuiting hetzelfde is als ongecontroleerde vrijheid van individuele expressie lijkt zich opnieuw vast te zetten.

Grondrechten, Vrijheid van meningsuiting

Bibtex

Article{nokey, title = {De Deense beeldenstorm}, author = {Dommering, E.}, url = {http://www.ivir.nl/publicaties/download/deense_beeldenstorm.pdf}, year = {0317}, date = {2006-03-17}, journal = {NJB}, number = {11}, abstract = {Inmiddels is er in de media heel wat afgepraat en geschreven over vrijheid van meningsuiting, waarbij wij in Nederland ongeveer weer op het niveau van de "geitenneuker" discussie em "het recht om te beledigen" zijn uitgekomen. Het misverstand dat vrijheid van meningsuiting hetzelfde is als ongecontroleerde vrijheid van individuele expressie lijkt zich opnieuw vast te zetten.}, keywords = {Grondrechten, Vrijheid van meningsuiting}, }

De extreem afwijkende mening external link

Mediaforum, num: 6, pp: 162-172, 2006

Abstract

Boekbespreking van A.L.J. Janssen & A.J. Nieuwenhuis, Uitingsdelicten, Deventer: Kluwer 2005; Quoc Loc Hong, The legal inclusion of extremist speech, Nijmegen: Wolff Legal Publishers 2005; T. Wolff, Multiculturalisme & neutraliteit, Amsterdam: De Vossiuspers 2005

Grondrechten, Vrijheid van meningsuiting

Bibtex

Other{nokey, title = {De extreem afwijkende mening}, author = {Dommering, E.}, url = {http://www.ivir.nl/publicaties/download/mediaforum_6_2006.pdf}, year = {0623}, date = {2006-06-23}, journal = {Mediaforum}, number = {6}, abstract = {Boekbespreking van A.L.J. Janssen & A.J. Nieuwenhuis, Uitingsdelicten, Deventer: Kluwer 2005; Quoc Loc Hong, The legal inclusion of extremist speech, Nijmegen: Wolff Legal Publishers 2005; T. Wolff, Multiculturalisme & neutraliteit, Amsterdam: De Vossiuspers 2005}, keywords = {Grondrechten, Vrijheid van meningsuiting}, }

Annotatie bij HR 17 oktober 2006 external link

NJ, num: 3, pp: 249-259, 2007

Abstract

In dit arrest van de strafkamer van de Hoge Raad gaat het over een veroordeling wegens smaad omdat de schrijver in een opiniërend artikel in een in Nederland verschijnend Turks tijdschrift (in de Nederlandse taal) had beweerd dat de verkrachting van vier Nederlandse vrouwen en moord op één van hen, aan deze vrouwen zelf was te wijten door uitdagend gedrag. De schrijver wordt veroordeeld, omdat hij de feiten voor het schrijven van het artikel op geen enkele manier had geverifieerd. In de noot wordt ook ingegaan op de vraag of de columnist meer vrijheid heeft en geen feiten behoeft te onderzoeken. Deze vraag is door het vonnis van de voorzieningenrechter in de Moszkowicz-zaak weer actueel geworden, omdat de rechter meende dat Kelder 'maffiamaatje' als columnist mocht zeggen en zich niet strikt op feiten behoefde te baseren.

Grondrechten, Vrijheid van meningsuiting

Bibtex

Case note{nokey, title = {Annotatie bij HR 17 oktober 2006}, author = {Dommering, E.}, url = {http://www.ivir.nl/publicaties/download/Annotatie_NJ_2007_25.pdf}, year = {0221}, date = {2007-02-21}, journal = {NJ}, number = {3}, abstract = {In dit arrest van de strafkamer van de Hoge Raad gaat het over een veroordeling wegens smaad omdat de schrijver in een opiniërend artikel in een in Nederland verschijnend Turks tijdschrift (in de Nederlandse taal) had beweerd dat de verkrachting van vier Nederlandse vrouwen en moord op één van hen, aan deze vrouwen zelf was te wijten door uitdagend gedrag. De schrijver wordt veroordeeld, omdat hij de feiten voor het schrijven van het artikel op geen enkele manier had geverifieerd. In de noot wordt ook ingegaan op de vraag of de columnist meer vrijheid heeft en geen feiten behoeft te onderzoeken. Deze vraag is door het vonnis van de voorzieningenrechter in de Moszkowicz-zaak weer actueel geworden, omdat de rechter meende dat Kelder 'maffiamaatje' als columnist mocht zeggen en zich niet strikt op feiten behoefde te baseren.}, keywords = {Grondrechten, Vrijheid van meningsuiting}, }

Annotatie bij EHRM 25 april 2006 (Dammann / Zwitserland) en EHRM 25 april 2006 (Stoll / Zwitserland) external link

NJ, num: 11, pp: 1262-1263, 2007

Abstract

Schending van ambtsgeheim door journalisten. In deze zaken gaat het om strafrechtelijke veroordeling van een journalist wegens het gebruik van vertrouwelijke informatie. In de zaak Dammann wordt de journalist veroordeeld, omdat hij komt te beschikken over geheime informatie uit een strafrechtelijk dossier als gevolg van een aan de overheid toe te rekenen fout. Het Hof acht de veroordeling een schending van artikel 10 EVRM. In de zaak Stoll publiceert een journalist vertrouwelijke diplomatieke informatie over de opstelling die de Zwitserse regering moet innemen in het dossier van de aan Zwitserland toegevallen banktegoeden van Holocaust slachtoffers. De meerderheid van de kamer uit het Hof acht de veroordeling in strijd met artikel 10 EVRM.

Grondrechten, Vrijheid van meningsuiting

Bibtex

Case note{nokey, title = {Annotatie bij EHRM 25 april 2006 (Dammann / Zwitserland) en EHRM 25 april 2006 (Stoll / Zwitserland)}, author = {Dommering, E.}, url = {http://www.ivir.nl/publicaties/download/Annotatie_NJ_2007_126_127.pdf}, year = {0320}, date = {2007-03-20}, journal = {NJ}, number = {11}, abstract = {Schending van ambtsgeheim door journalisten. In deze zaken gaat het om strafrechtelijke veroordeling van een journalist wegens het gebruik van vertrouwelijke informatie. In de zaak Dammann wordt de journalist veroordeeld, omdat hij komt te beschikken over geheime informatie uit een strafrechtelijk dossier als gevolg van een aan de overheid toe te rekenen fout. Het Hof acht de veroordeling een schending van artikel 10 EVRM. In de zaak Stoll publiceert een journalist vertrouwelijke diplomatieke informatie over de opstelling die de Zwitserse regering moet innemen in het dossier van de aan Zwitserland toegevallen banktegoeden van Holocaust slachtoffers. De meerderheid van de kamer uit het Hof acht de veroordeling in strijd met artikel 10 EVRM.}, keywords = {Grondrechten, Vrijheid van meningsuiting}, }

Annotatie bij EHRM 29 maart 2005 (Alinak / Turkije), EHRM 13 september 2005 (iA / Turkije) en EHRM 31 januari 2006 (Giniewski / Frankrijk) external link

NJ, num: 17, pp: 1998-2002, 2007

Abstract

In de eerste zaak ging het om een door de klager geschreven roman die door de Turkse autoriteiten in beslag is genomen, omdat deze zou kunnen aanzetten tot haat en geweld. Omdat het gaat om een roman – een artistieke expressie die slechts een klein publiek zal bereiken- zullen de gevolgen daarvan voor de openbare orde gering zijn. De inbeslagneming wordt niet noodzakelijk geacht in een democratische samenleving. Schending van artikel 10 EVRM. In de tweede zaak wordt een Turkse uitgever beboet wegens het uitgeven van een roman die vemeende beledigende passages over de profeet Mohammed bevat. Het Hof acht de boete noodzakelijk en proportioneel gezien de aanval op de profeet Mohammed, die beledigend wordt geacht, en de geringe hoogte van de boete. Geen schending van artikel 10 EVRM. In de derde zaak wordt in een in Frankrijk gepubliceerd artikel een verband gesuggereerd tussen de Holocaust en het beweerdelijke anti-judaïsme van het Christendom, in het bijzonder sommige passages in de bijbel. Het artikel trachtte vanuit historisch-journalistieke invalshoek een bijdrage te leveren aan een onderzoek naar de oorzaken van de Holocaust. Geen opzettelijke belediging en daarom schending van artikel 10 EVRM.
In de noot wordt de 'Turkse jurisprudentie' van het Hof over scheiding van kerk en staat, politieke expressie in Turkije en conflicten tussen godsdienst en meningsuiting op een rij gezet. Voorts geeft de noot een kritische analyse van de jurisprudentie van het Hof over artistieke expressie in relatie tot godsdienst, moraal en politiek. Het bepleit een andere aanpak dan die het Hof op basis van de Handyside jurisprudentie nog steeds volgt.

Grondrechten, Vrijheid van meningsuiting

Bibtex

Case note{nokey, title = {Annotatie bij EHRM 29 maart 2005 (Alinak / Turkije), EHRM 13 september 2005 (iA / Turkije) en EHRM 31 januari 2006 (Giniewski / Frankrijk)}, author = {Dommering, E.}, url = {http://www.ivir.nl/publicaties/download/Annotatie_NJ_2007_198_200.pdf}, year = {0511}, date = {2007-05-11}, journal = {NJ}, number = {17}, abstract = {In de eerste zaak ging het om een door de klager geschreven roman die door de Turkse autoriteiten in beslag is genomen, omdat deze zou kunnen aanzetten tot haat en geweld. Omdat het gaat om een roman – een artistieke expressie die slechts een klein publiek zal bereiken- zullen de gevolgen daarvan voor de openbare orde gering zijn. De inbeslagneming wordt niet noodzakelijk geacht in een democratische samenleving. Schending van artikel 10 EVRM. In de tweede zaak wordt een Turkse uitgever beboet wegens het uitgeven van een roman die vemeende beledigende passages over de profeet Mohammed bevat. Het Hof acht de boete noodzakelijk en proportioneel gezien de aanval op de profeet Mohammed, die beledigend wordt geacht, en de geringe hoogte van de boete. Geen schending van artikel 10 EVRM. In de derde zaak wordt in een in Frankrijk gepubliceerd artikel een verband gesuggereerd tussen de Holocaust en het beweerdelijke anti-judaïsme van het Christendom, in het bijzonder sommige passages in de bijbel. Het artikel trachtte vanuit historisch-journalistieke invalshoek een bijdrage te leveren aan een onderzoek naar de oorzaken van de Holocaust. Geen opzettelijke belediging en daarom schending van artikel 10 EVRM. In de noot wordt de 'Turkse jurisprudentie' van het Hof over scheiding van kerk en staat, politieke expressie in Turkije en conflicten tussen godsdienst en meningsuiting op een rij gezet. Voorts geeft de noot een kritische analyse van de jurisprudentie van het Hof over artistieke expressie in relatie tot godsdienst, moraal en politiek. Het bepleit een andere aanpak dan die het Hof op basis van de Handyside jurisprudentie nog steeds volgt.}, keywords = {Grondrechten, Vrijheid van meningsuiting}, }

Annotatie bij EHRM 30 november 2006 (Veraart / Nederland) external link

NJ, num: 30, pp: 3837-3844, 2007

Abstract

Vrijheid van meningsuiting van Nederlandse advocaat. Ter behartiging van de belangen van zijn cliënt neemt deze in een radio-interview kritisch stelling tegen het optreden van een gedragstherapeut die, volgens hem, door middel van regressietherapie zijn patiënte valse getuigenissen in de mond had gelegd die schadelijk waren voor de reputatie van zijn cliënt. Het Hof van Discipline, de hoogste Nederlandse tuchtrechter van advocaten, legt hem voor deze openbare uitingen een disciplinaire sanctie op. Het EHRM constateert een schending van artikel 10 EVRM omdat het HvD geen onderzoek had ingesteld naar de professionele competentie van de gedragstherapeut en de feitelijke basis van de beweringen van de advocaat. De noot bespreekt onder 10 ook de uitspraken van het Hof Amsterdam uit mei 2007 in de zaken Kelder/Moszkowicz en De Vereniging tegen Kwakzalverij/Sickesz (manueel therapeute). In de eerste achtte het Hof de uitlating dat een strafrechtadvocaat een 'beroepsleugenaar' is een toelaatbaar negatief waardeoordeel, in de tweede zaak verbood hij als ontoelaatbaar het gebruik van het negatieve waardeoordeel 'kwakzalver' en 'notoire genezer'. De annotator acht beide beslissingen in strijd met de rechtspraak van het EHRM.

Grondrechten, Vrijheid van meningsuiting

Bibtex

Case note{nokey, title = {Annotatie bij EHRM 30 november 2006 (Veraart / Nederland)}, author = {Dommering, E.}, url = {http://www.ivir.nl/publicaties/download/Annotatie_NJ_2007_368.pdf}, year = {0802}, date = {2007-08-02}, journal = {NJ}, number = {30}, abstract = {Vrijheid van meningsuiting van Nederlandse advocaat. Ter behartiging van de belangen van zijn cliënt neemt deze in een radio-interview kritisch stelling tegen het optreden van een gedragstherapeut die, volgens hem, door middel van regressietherapie zijn patiënte valse getuigenissen in de mond had gelegd die schadelijk waren voor de reputatie van zijn cliënt. Het Hof van Discipline, de hoogste Nederlandse tuchtrechter van advocaten, legt hem voor deze openbare uitingen een disciplinaire sanctie op. Het EHRM constateert een schending van artikel 10 EVRM omdat het HvD geen onderzoek had ingesteld naar de professionele competentie van de gedragstherapeut en de feitelijke basis van de beweringen van de advocaat. De noot bespreekt onder 10 ook de uitspraken van het Hof Amsterdam uit mei 2007 in de zaken Kelder/Moszkowicz en De Vereniging tegen Kwakzalverij/Sickesz (manueel therapeute). In de eerste achtte het Hof de uitlating dat een strafrechtadvocaat een 'beroepsleugenaar' is een toelaatbaar negatief waardeoordeel, in de tweede zaak verbood hij als ontoelaatbaar het gebruik van het negatieve waardeoordeel 'kwakzalver' en 'notoire genezer'. De annotator acht beide beslissingen in strijd met de rechtspraak van het EHRM.}, keywords = {Grondrechten, Vrijheid van meningsuiting}, }

Annotatie bij EHRM 9 februari 2012 (Vedjeland e.a. / Zweden) external link

NJ, num: 51, pp: 6403-6412, 2014

Abstract

Strafrechtelijke veroordeling tot boete en voorwaardelijke gevangenisstraf wegens het verspreiden van homofobische pamfletten op een middelbare school. Bescherming van de reputatie en rechten van anderen. Beoordelingsmarge nationale rechter. Geen inbreuk op vrijheid van meningsuiting.

Grondrechten, Vrijheid van meningsuiting

Bibtex

Case note{nokey, title = {Annotatie bij EHRM 9 februari 2012 (Vedjeland e.a. / Zweden)}, author = {Dommering, E.}, url = {http://www.ivir.nl/publicaties/download/Annotatie_NJ_2013_550.pdf}, year = {0228}, date = {2014-02-28}, journal = {NJ}, number = {51}, abstract = {Strafrechtelijke veroordeling tot boete en voorwaardelijke gevangenisstraf wegens het verspreiden van homofobische pamfletten op een middelbare school. Bescherming van de reputatie en rechten van anderen. Beoordelingsmarge nationale rechter. Geen inbreuk op vrijheid van meningsuiting.}, keywords = {Grondrechten, Vrijheid van meningsuiting}, }

Annotatie bij Hoge Raad 23 februari 2007 external link

NJ, num: 37, pp: 4634-4635, 2007

Abstract

Bij een bevel tot rectificatie is commentaar op de rectificatie ook verboden als de rechter dat niet uitdrukkelijk als nevenvordering heeft toegewezen (hierover bestond discussie in de rechtsliteratuur). De maatstaf om te beoordelen of dit commentaar in strijd komt met het bevel tot rectificatie is dat door het commentaar de rectificatie totaal wordt ontkracht. Een dergelijk commentaarverbod dat uit de strekking van de rectificatie voortvloeit is niet in strijd met artikel 7 Gw en 10 EVRM.

Grondrechten, Vrijheid van meningsuiting

Bibtex

Case note{nokey, title = {Annotatie bij Hoge Raad 23 februari 2007}, author = {Dommering, E.}, url = {http://www.ivir.nl/publicaties/download/Annotatie_NJ_2007_433.pdf}, year = {0919}, date = {2007-09-19}, journal = {NJ}, number = {37}, abstract = {Bij een bevel tot rectificatie is commentaar op de rectificatie ook verboden als de rechter dat niet uitdrukkelijk als nevenvordering heeft toegewezen (hierover bestond discussie in de rechtsliteratuur). De maatstaf om te beoordelen of dit commentaar in strijd komt met het bevel tot rectificatie is dat door het commentaar de rectificatie totaal wordt ontkracht. Een dergelijk commentaarverbod dat uit de strekking van de rectificatie voortvloeit is niet in strijd met artikel 7 Gw en 10 EVRM.}, keywords = {Grondrechten, Vrijheid van meningsuiting}, }

Rechtsherstel na schending door de Nederlandse Staat van het EVRM external link

Advocatenblad, num: 15, pp: 661, 2007

Abstract

Het EHRM oordeelde in de zaak van de Nederlandse advocaat Veraart dat het Hof van Discipline van de Nederlandse Advocaten bij het opleggen van een berisping essentiële fouten heeft gemaakt en dat Nederland daardoor artikel 10 EVRM heeft geschonden. In dit stuk wordt betoogd dat het Hof de zaak nu opnieuw moet behandelen. Zie ook Annotatie bij EHRM 30 november 2006 (Veraart / Nederland), NJ, 2007-30, nr. 368, p. 3837-3844. Inmiddels is de therapeut Kieft veroordeeld voor zijn uitlatingen tot schadevergoeding, Rb. Alkmaar 11 juli 2007, LJN BB0201, Familie X / P. Kieft

Grondrechten, Vrijheid van meningsuiting

Bibtex

Article{nokey, title = {Rechtsherstel na schending door de Nederlandse Staat van het EVRM}, author = {Dommering, E.}, url = {http://www.ivir.nl/publicaties/download/Advocatenblad_15_2007.pdf}, year = {1102}, date = {2007-11-02}, journal = {Advocatenblad}, number = {15}, abstract = {Het EHRM oordeelde in de zaak van de Nederlandse advocaat Veraart dat het Hof van Discipline van de Nederlandse Advocaten bij het opleggen van een berisping essentiële fouten heeft gemaakt en dat Nederland daardoor artikel 10 EVRM heeft geschonden. In dit stuk wordt betoogd dat het Hof de zaak nu opnieuw moet behandelen. Zie ook Annotatie bij EHRM 30 november 2006 (Veraart / Nederland), NJ, 2007-30, nr. 368, p. 3837-3844. Inmiddels is de therapeut Kieft veroordeeld voor zijn uitlatingen tot schadevergoeding, Rb. Alkmaar 11 juli 2007, LJN BB0201, Familie X / P. Kieft}, keywords = {Grondrechten, Vrijheid van meningsuiting}, }

De teddybeer Mohammed, gesluierde homo’s en het lawaai van Wilders: Over de stand van de vrijheid van meningsuiting anno 2008 external link

NJB, num: 7, pp: 376-382, 2008

Abstract

De vrijheid van meningsuiting heeft in 2007 geduchte averij opgelopen. Voor een belangrijk deel kunnen we daarvoor de hand in eigen boezem steken. We maken van de vrijheid gebruik met weinig inzicht in de politieke realiteit van de botsing tussen geseculariseerde en niet geseculariseerde samenlevingen, met weinig inzicht in de verspreiding van berichten in nieuwe elektronische media en met weinig gevoel welk publiek we nu eigenlijk met welke boodschap willen bereiken.

Grondrechten, Vrijheid van meningsuiting

Bibtex

Article{nokey, title = {De teddybeer Mohammed, gesluierde homo’s en het lawaai van Wilders: Over de stand van de vrijheid van meningsuiting anno 2008}, author = {Dommering, E.}, url = {http://www.ivir.nl/publicaties/download/NJB_2008_7.pdf}, year = {0215}, date = {2008-02-15}, journal = {NJB}, number = {7}, abstract = {De vrijheid van meningsuiting heeft in 2007 geduchte averij opgelopen. Voor een belangrijk deel kunnen we daarvoor de hand in eigen boezem steken. We maken van de vrijheid gebruik met weinig inzicht in de politieke realiteit van de botsing tussen geseculariseerde en niet geseculariseerde samenlevingen, met weinig inzicht in de verspreiding van berichten in nieuwe elektronische media en met weinig gevoel welk publiek we nu eigenlijk met welke boodschap willen bereiken.}, keywords = {Grondrechten, Vrijheid van meningsuiting}, }