Abstract
Het Estse <i>Nu</i>.<i>nl </i>plaatst een kritisch artikel over een bedrijf dat veerdiensten levert en L., de enige aandeelhouder. Het artikel is genuanceerd, gebalanceerd en er heeft hoor en wederhoor plaatsgevonden. De site biedt gebruikers de mogelijkheid te reageren en er volgen een kleine 200 reacties. L. schrijft de site aan om 20 van deze reacties te verwijderen en om een schadevergoeding te incasseren. De site doet het eerste, maar weigert het tweede. De vraag is: in hoeverre is de site verantwoordelijk voor de door de gebruikers geplaatste reacties, die mogelijk een onrechtmatig karakter dragen. Een langdurige nationale rechtsgang volgt waarbij op basis van diverse doctrines vrijspraken en veroordelingen volgen. De uitkomst is echter dat het platform wordt veroordeeld tot het betalen van een boete. De vraag die centraal staat is een keuze tussen twee regimes. Enerzijds is er het regime voor webhosters, die informatie opslaan die door hun gebruikers worden geleverd. Zij zijn van aansprakelijkheid uitgesloten als zij niet hebben aangezet tot het plaatsen van de informatie en geen kennis hebben van het onrechtmatige karakter van de informatie. Zodra zij deze kennis wel hebben dienen zij prompt te handelen door de informatie te verwijderen. Anderzijds is er de beschermde status van een journalistiek medium onder de vrijheid van meningsuiting-doctrine. Hierbij is juist geen passiviteit, maar activiteit vereist, onder andere in verband met redactie, kwaliteitscontrole, hoor en wederhoor en de naleving van andere journalistieke principes. Zowel in de nationale procedure als bij het EHRM wordt voor het tweede regime gekozen.
Grondrechten, Vrijheid van meningsuiting
Bibtex
Case note{nokey,
title = {Annotatie bij EHRM 10 oktober 2013 (Delfi AS / Estland)},
author = {van der Sloot, B.},
url = {http://www.ivir.nl/publicaties/download/EHRC_2014_1.pdf},
year = {0206},
date = {2014-02-06},
journal = {European Human Rights Cases},
number = {1},
abstract = {Het Estse <i>Nu</i>.<i>nl </i>plaatst een kritisch artikel over een bedrijf dat veerdiensten levert en L., de enige aandeelhouder. Het artikel is genuanceerd, gebalanceerd en er heeft hoor en wederhoor plaatsgevonden. De site biedt gebruikers de mogelijkheid te reageren en er volgen een kleine 200 reacties. L. schrijft de site aan om 20 van deze reacties te verwijderen en om een schadevergoeding te incasseren. De site doet het eerste, maar weigert het tweede. De vraag is: in hoeverre is de site verantwoordelijk voor de door de gebruikers geplaatste reacties, die mogelijk een onrechtmatig karakter dragen. Een langdurige nationale rechtsgang volgt waarbij op basis van diverse doctrines vrijspraken en veroordelingen volgen. De uitkomst is echter dat het platform wordt veroordeeld tot het betalen van een boete. De vraag die centraal staat is een keuze tussen twee regimes. Enerzijds is er het regime voor webhosters, die informatie opslaan die door hun gebruikers worden geleverd. Zij zijn van aansprakelijkheid uitgesloten als zij niet hebben aangezet tot het plaatsen van de informatie en geen kennis hebben van het onrechtmatige karakter van de informatie. Zodra zij deze kennis wel hebben dienen zij prompt te handelen door de informatie te verwijderen. Anderzijds is er de beschermde status van een journalistiek medium onder de vrijheid van meningsuiting-doctrine. Hierbij is juist geen passiviteit, maar activiteit vereist, onder andere in verband met redactie, kwaliteitscontrole, hoor en wederhoor en de naleving van andere journalistieke principes. Zowel in de nationale procedure als bij het EHRM wordt voor het tweede regime gekozen.},
keywords = {Grondrechten, Vrijheid van meningsuiting},
}