Annotatie bij Rb. Arnhem 1 april 1999 (Salomonson / van de Bunt)

Abstract

Van de Bunt maakte deel uit van een onderzoeksgroep van de Parlementaire Enquêtecommissie Opsporingsmethoden (de commissie-Van Traa). In dat verband heeft hij, met medewerking van anderen, twee deelrapporten geschreven over de aard en omvang van de georganiseerde criminaliteit in Nederland. Deze deelrapporten zijn als bijlagen bij het eindrapport van Parlementaire Enquêtecommissie in 1996 aan de Tweede Kamer aangeboden. Door de commissie-Van Traa was met de onderzoeksgroep de afspraak gemaakt dat verstrekte persoonsgegevens niet herleidbaar zouden zijn tot individuele personen. Journalisten van De Telegraaf en De Groene Amsterdammer hebben echter uit het deelrapport kunnen afleiden dat met de beschrijving van een bepaalde ‘foute’ advocaat in het deelrapport mr. Salomonson bedoeld werd. De resultaten van het door Van de Bunt verrichte onderzoek kunnen niet de conclusie dragen dat Salomonson verwijtbaar betrokken is geweest bij criminele activiteiten van de georganiseerde misdaad. De omstandigheid dat journalisten de identiteit van Salomonson hebben kunnen achterhalen ondanks de afspraak met de Enquêtecommissie, maakt dat Van de Bunt onzorgvuldig en dus onrechtmatig gehandeld heeft jegens Salomonson, aldus de rechtbank. Beroep op immuniteit volksvertegenwoordigers is afgewezen. Medewerker van Parlementaire Enquêtecommissie valt daar niet onder.

Mediarecht

Bibtex

Case note{nokey, title = {Annotatie bij Rb. Arnhem 1 april 1999 (Salomonson / van de Bunt)}, author = {Nieuwenhuis, A.}, url = {http://www.ivir.nl/publicaties/download/vandebunt.pdf}, year = {0513}, date = {1999-05-13}, journal = {Mediaforum}, number = {5}, abstract = {Van de Bunt maakte deel uit van een onderzoeksgroep van de Parlementaire Enquêtecommissie Opsporingsmethoden (de commissie-Van Traa). In dat verband heeft hij, met medewerking van anderen, twee deelrapporten geschreven over de aard en omvang van de georganiseerde criminaliteit in Nederland. Deze deelrapporten zijn als bijlagen bij het eindrapport van Parlementaire Enquêtecommissie in 1996 aan de Tweede Kamer aangeboden. Door de commissie-Van Traa was met de onderzoeksgroep de afspraak gemaakt dat verstrekte persoonsgegevens niet herleidbaar zouden zijn tot individuele personen. Journalisten van De Telegraaf en De Groene Amsterdammer hebben echter uit het deelrapport kunnen afleiden dat met de beschrijving van een bepaalde ‘foute’ advocaat in het deelrapport mr. Salomonson bedoeld werd. De resultaten van het door Van de Bunt verrichte onderzoek kunnen niet de conclusie dragen dat Salomonson verwijtbaar betrokken is geweest bij criminele activiteiten van de georganiseerde misdaad. De omstandigheid dat journalisten de identiteit van Salomonson hebben kunnen achterhalen ondanks de afspraak met de Enquêtecommissie, maakt dat Van de Bunt onzorgvuldig en dus onrechtmatig gehandeld heeft jegens Salomonson, aldus de rechtbank. Beroep op immuniteit volksvertegenwoordigers is afgewezen. Medewerker van Parlementaire Enquêtecommissie valt daar niet onder.}, keywords = {Mediarecht}, }