Handelsinformatiebureaus, particuliere onderzoeksbureaus en zwarte lijsten external link

pp: 227-251, 2007

Abstract

Gelet op het huidige consumentengedrag en de ontwikkelingen in de markt, is het niet onwaarschijnlijk dat vanuit het bedrijfsleven er een groeiende behoefte blijft bestaan aan zwarte lijsten en andere informatiesystemen over negatief gedrag van particulieren en bedrijven. Het gaat bij het verwerken van dit soort informatie om de harde kern van privacyinbreuk: het verzamelen en verstrekken aan derden van meestal gevoelige informatie die bedoeld is om beslissingen over personen mogelijk te maken en die doorgaans buiten betrokkene om wordt verwerkt. De Wet bescherming persoonsgegevens bevat afzonderlijke informatieplichten voor verantwoordelijken die gegevens buiten betrokkene om verwerken, en een regeling in de wet zelf voor bijzondere gegevens; het College voor de bescherming van persoonsgegevens dient voorts voorafgaande aan de verwerking door informatiebureaus van strafrechtelijke gegevens of gegevens over onrechtmatige of hinderlijk gedrag een onderzoek in te stellen, indien die bureaus gaan werken zonder vergunning op grond van de Wet particuliere beveiligingsorganisaties en onderzoeksbureaus. Voor particuliere onderzoeksbureaus die met een vergunning werken bestaat een bijzondere regeling in de vorm van een bij Ministeriële regeling voorgeschreven verplicht model voor een Privacygedragscode. Tevens is de Gedragscode voor Handelsinformatiebureaus aangescherpt. Voor zwarte lijsten bestaat een Checklist Zwarte lijsten. De wettelijke regeling en de bijbehorende rechtspraak en nadere gedragscodes worden in dit artikel geanalyseerd.

Grondrechten, Privacy

Bibtex

Other{nokey, title = {Handelsinformatiebureaus, particuliere onderzoeksbureaus en zwarte lijsten}, author = {Kabel, J.}, url = {http://www.ivir.nl/publicaties/download/handelsinformatiebureaus.pdf}, year = {0516}, date = {2007-05-16}, abstract = {Gelet op het huidige consumentengedrag en de ontwikkelingen in de markt, is het niet onwaarschijnlijk dat vanuit het bedrijfsleven er een groeiende behoefte blijft bestaan aan zwarte lijsten en andere informatiesystemen over negatief gedrag van particulieren en bedrijven. Het gaat bij het verwerken van dit soort informatie om de harde kern van privacyinbreuk: het verzamelen en verstrekken aan derden van meestal gevoelige informatie die bedoeld is om beslissingen over personen mogelijk te maken en die doorgaans buiten betrokkene om wordt verwerkt. De Wet bescherming persoonsgegevens bevat afzonderlijke informatieplichten voor verantwoordelijken die gegevens buiten betrokkene om verwerken, en een regeling in de wet zelf voor bijzondere gegevens; het College voor de bescherming van persoonsgegevens dient voorts voorafgaande aan de verwerking door informatiebureaus van strafrechtelijke gegevens of gegevens over onrechtmatige of hinderlijk gedrag een onderzoek in te stellen, indien die bureaus gaan werken zonder vergunning op grond van de Wet particuliere beveiligingsorganisaties en onderzoeksbureaus. Voor particuliere onderzoeksbureaus die met een vergunning werken bestaat een bijzondere regeling in de vorm van een bij Ministeriële regeling voorgeschreven verplicht model voor een Privacygedragscode. Tevens is de Gedragscode voor Handelsinformatiebureaus aangescherpt. Voor zwarte lijsten bestaat een Checklist Zwarte lijsten. De wettelijke regeling en de bijbehorende rechtspraak en nadere gedragscodes worden in dit artikel geanalyseerd.}, keywords = {Grondrechten, Privacy}, }

De onnavolgbare nagevolgd: Over Charles Dickens en het auteursrecht external link

pp: 171-186, 2007

Auteursrecht, Intellectuele eigendom

Bibtex

Other{nokey, title = {De onnavolgbare nagevolgd: Over Charles Dickens en het auteursrecht}, author = {Kabel, J.}, url = {http://www.ivir.nl/publicaties/download/onnavolgbare_nagevolgd_spoorbundel.pdf}, year = {0710}, date = {2007-07-10}, keywords = {Auteursrecht, Intellectuele eigendom}, }

Moet er een nieuwe Aalberse opstaan? Oneerlijke handelspraktijken in B2B-verhoudingen (40) external link

IER, num: 3, pp: 143-144, 2007

Industriële eigendom, Oneerlijke mededinging

Bibtex

Article{nokey, title = {Moet er een nieuwe Aalberse opstaan? Oneerlijke handelspraktijken in B2B-verhoudingen (40)}, author = {Kabel, J.}, url = {http://www.ivir.nl/publicaties/download/IER_2007_3.pdf}, year = {0710}, date = {2007-07-10}, journal = {IER}, number = {3}, keywords = {Industriële eigendom, Oneerlijke mededinging}, }

Reclamerecht en Oneerlijke Mededinging – Ontwikkelingen in 2006 external link

IER, num: 4, pp: 203-209, 2007

Abstract

Publiekrechtelijke handhaving van consumentenbelangen, juridische reactie op digitalisering van audiovisuele media, commercialisering van audiovisuele media, co-regulering, paternalisme: dat zijn zo ongeveer de trefwoorden waarmee de wetgevende arbeid op ons terrein, zowel Europees als nationaal kunnen worden geschetst. Wil men een algemene noemer voor de ontwikkelingen, dan denk ik dat het accent vooral ligt op een actief wetgevingsbeleid met betrekking tot de inhoud van commerciële informatie, terwijl de regulering van de infrastructuur steeds meer aan de markt wordt overgelaten. Regulering van de inhoud dient ter bescherming van specifieke economische en niet-economische (gezondheid) consumentenbelangen. Liberalisering van de infrastructuur heeft betrekking op de opheffing of versoepeling van zogenaamde 'time, place and manner' beperkingen op de verspreiding van commerciële informatie.

Bibtex

Article{nokey, title = {Reclamerecht en Oneerlijke Mededinging – Ontwikkelingen in 2006}, author = {Kabel, J.}, url = {http://www.ivir.nl/publicaties/download/IER_2007_4.pdf}, year = {0912}, date = {2007-09-12}, journal = {IER}, number = {4}, abstract = {Publiekrechtelijke handhaving van consumentenbelangen, juridische reactie op digitalisering van audiovisuele media, commercialisering van audiovisuele media, co-regulering, paternalisme: dat zijn zo ongeveer de trefwoorden waarmee de wetgevende arbeid op ons terrein, zowel Europees als nationaal kunnen worden geschetst. Wil men een algemene noemer voor de ontwikkelingen, dan denk ik dat het accent vooral ligt op een actief wetgevingsbeleid met betrekking tot de inhoud van commerciële informatie, terwijl de regulering van de infrastructuur steeds meer aan de markt wordt overgelaten. Regulering van de inhoud dient ter bescherming van specifieke economische en niet-economische (gezondheid) consumentenbelangen. Liberalisering van de infrastructuur heeft betrekking op de opheffing of versoepeling van zogenaamde 'time, place and manner' beperkingen op de verspreiding van commerciële informatie.}, }

Annotatie bij Rb. ‘s-Hertogenbosch 19 december 2007 ((Verkade / Taminiau)) external link

AMI, num: 2, pp: 50-54, 2008

Abstract

Opdrachtgever die het risico draagt dat zij het in een serie geïnvesteerd bedrag niet kan terugverdienen door middel van exploitatie van de serie en die de makers heeft geëngageerd, kan worden aangemerkt als producent in de zin van art. 45d Aw.

Auteursrecht, Intellectuele eigendom

Bibtex

Case note{nokey, title = {Annotatie bij Rb. ‘s-Hertogenbosch 19 december 2007 ((Verkade / Taminiau))}, author = {Kabel, J.}, url = {http://www.ivir.nl/publicaties/download/annotatie_AMI_2008_2.pdf}, year = {0515}, date = {2008-05-15}, journal = {AMI}, number = {2}, abstract = {Opdrachtgever die het risico draagt dat zij het in een serie geïnvesteerd bedrag niet kan terugverdienen door middel van exploitatie van de serie en die de makers heeft geëngageerd, kan worden aangemerkt als producent in de zin van art. 45d Aw.}, keywords = {Auteursrecht, Intellectuele eigendom}, }

Annotatie bij Hof van Justitie 8 november 2007 ((Ludwigs-Apotheke München Internationale Apotheke / Juers Pharma Import-Export GmbH)) external link

IER, num: 1, pp: 22-28, 2008

Abstract

Het gaat om een uitzondering op de regel dat levering van ongeregistreerde geneesmidden is verboden. In uitzonderlijke gevallen mag dat toch, en op die gevallen is Richtlijn 2001/83 buiten toepassing verklaard. Voor deze uitzonderlijke gevallen mag volgens de Duitse wetgeving geen reclame worden gemaakt. Dit nationale reclameverbod kan niet worden getoetst aan de Richtlijn. Toetsing aan primair EG-recht leidt tot het oordeel dat het desbetreffende reclameverbod in dit geval disproportioneel wordt toegepast, omdat het informatie verbiedt die niet als reclame valt te beschouwen (de handelsnaam, het verpakkingsformaat, de prijs, de dosering en de landen waar de geneesmiddelen wel zijn geregistreerd).

Bibtex

Case note{nokey, title = {Annotatie bij Hof van Justitie 8 november 2007 ((Ludwigs-Apotheke München Internationale Apotheke / Juers Pharma Import-Export GmbH))}, author = {Kabel, J.}, url = {http://www.ivir.nl/publicaties/download/annotatie_ier_2008_1.pdf}, year = {0515}, date = {2008-05-15}, journal = {IER}, number = {1}, abstract = {Het gaat om een uitzondering op de regel dat levering van ongeregistreerde geneesmidden is verboden. In uitzonderlijke gevallen mag dat toch, en op die gevallen is Richtlijn 2001/83 buiten toepassing verklaard. Voor deze uitzonderlijke gevallen mag volgens de Duitse wetgeving geen reclame worden gemaakt. Dit nationale reclameverbod kan niet worden getoetst aan de Richtlijn. Toetsing aan primair EG-recht leidt tot het oordeel dat het desbetreffende reclameverbod in dit geval disproportioneel wordt toegepast, omdat het informatie verbiedt die niet als reclame valt te beschouwen (de handelsnaam, het verpakkingsformaat, de prijs, de dosering en de landen waar de geneesmiddelen wel zijn geregistreerd).}, }

Eerlijke handel: de beoordeling van misleidende reclame en andere oneerlijke handelspraktijken external link

Vakblad voor de MKB-Adviseuer, num: 5, pp: 6-11, 2008

Abstract

Het codificeren en harmoniseren van oneerlijk mededingingsrecht gaat niet van een leien dakje, vooral omdat de belangen van de betrokken partijen niet op één lijn zijn te krijgen. Uiteindelijk heeft de Europese Commissie besloten om vooralsnog slecht een deel van het hier bedoelde rechtsgebied te harmoniseren, te weten de bescherming van de consument tegen oneerlijke handelspraktijken. Dat is gebeurd in Richtlijn 2005/29, die vervolgens is geïmplementeerd in Nederlandse wetgeving die naar alle waarschijnlijkheid een dezer dagen in werking treedt. Die wetgeving gaat een hoop problemen opleveren, lijkt nu al vast te staan.

Industriële eigendom, Oneerlijke mededinging

Bibtex

Article{nokey, title = {Eerlijke handel: de beoordeling van misleidende reclame en andere oneerlijke handelspraktijken}, author = {Kabel, J.}, url = {http://www.ivir.nl/publicaties/download/vakblad_mkb_2008_5.pdf}, year = {0515}, date = {2008-05-15}, journal = {Vakblad voor de MKB-Adviseuer}, number = {5}, abstract = {Het codificeren en harmoniseren van oneerlijk mededingingsrecht gaat niet van een leien dakje, vooral omdat de belangen van de betrokken partijen niet op één lijn zijn te krijgen. Uiteindelijk heeft de Europese Commissie besloten om vooralsnog slecht een deel van het hier bedoelde rechtsgebied te harmoniseren, te weten de bescherming van de consument tegen oneerlijke handelspraktijken. Dat is gebeurd in Richtlijn 2005/29, die vervolgens is geïmplementeerd in Nederlandse wetgeving die naar alle waarschijnlijkheid een dezer dagen in werking treedt. Die wetgeving gaat een hoop problemen opleveren, lijkt nu al vast te staan.}, keywords = {Industriële eigendom, Oneerlijke mededinging}, }

Het richtlijnvoorstel verweesde werken: Een kritische beschouwing external link

van Gompel, S.
AMI, num: 6, pp: 205-218, 2012

Abstract

Op 24 mei 2011 heeft de Europese Commissie een voorstel ingediend voor een richtlijn inzake bepaalde toegestane gebruikswijzen van verweesde werken. Hiermee beoogt de Commissie rechtszekerheid te creëren met betrekking tot het digitaliseren en online toegankelijk maken van verweesde werken door bepaalde - specifiek aangewezen - culturele organisaties. Het voorstel voorziet in een aanpak die is gebaseerd op een zorgvuldige zoektocht naar rechthebbenden en op de wederzijdse erkenning van nationale oplossingen voor verweesde werken. Dit artikel bespreekt de achtergrond en inhoud van het richtlijnvoorstel. Geconcludeerd wordt dat het zowel qua reikwijdte als qua inhoud tekort schiet. Daarnaast laat het voorstel nog veel vragen onbeantwoord.

Auteursrecht, Intellectuele eigendom

Bibtex

Article{nokey, title = {Het richtlijnvoorstel verweesde werken: Een kritische beschouwing}, author = {van Gompel, S.}, url = {http://www.ivir.nl/publicaties/download/AMI_6_2011.pdf}, year = {0113}, date = {2012-01-13}, journal = {AMI}, number = {6}, abstract = {Op 24 mei 2011 heeft de Europese Commissie een voorstel ingediend voor een richtlijn inzake bepaalde toegestane gebruikswijzen van verweesde werken. Hiermee beoogt de Commissie rechtszekerheid te creëren met betrekking tot het digitaliseren en online toegankelijk maken van verweesde werken door bepaalde - specifiek aangewezen - culturele organisaties. Het voorstel voorziet in een aanpak die is gebaseerd op een zorgvuldige zoektocht naar rechthebbenden en op de wederzijdse erkenning van nationale oplossingen voor verweesde werken. Dit artikel bespreekt de achtergrond en inhoud van het richtlijnvoorstel. Geconcludeerd wordt dat het zowel qua reikwijdte als qua inhoud tekort schiet. Daarnaast laat het voorstel nog veel vragen onbeantwoord.}, keywords = {Auteursrecht, Intellectuele eigendom}, }

‘Audiovisual Media Services and the Unfair Commercial Practices Directive’ external link

IRIS Plus, num: 8, pp: 2-8, 2008

Industriële eigendom, Oneerlijke mededinging

Bibtex

Article{nokey, title = {‘Audiovisual Media Services and the Unfair Commercial Practices Directive’}, author = {Kabel, J.}, url = {http://www.ivir.nl/publicaties/download/iplus8_2008.pdf.pdf}, year = {0918}, date = {2008-09-18}, journal = {IRIS Plus}, number = {8}, keywords = {Industriële eigendom, Oneerlijke mededinging}, }