Polen is plotseling de verdediger van de Europese grondwet. Een beschouwing over de zaak Polen/Europees Parlement: HvJ EU 22 april 2022, zaak C-401/19

Abstract

Dit artikel bevat een inleiding waarin de verandering in de communicatienetwerkomgeving wordt geschetst om te verduidelijken dat het systeem van de e-Commercerichtlijn niet goed meer past, maar waar toch nog dikwijls aan wordt gerefereerd (par. 1). Vervolgens wordt stilgestaan bij de constitutionele toetsing die het VEU introduceert (par. 2). Hiermee hangt samen dat een abstracte constitutionele toetsing aan de beperkingsclausules van het Handvest ingewikkeld is, een aspect dat in deze vorm in het auteursrecht nog niet eerder aan de orde is geweest (par. 3). Dat een dergelijke constitutionele toetsing heel verschillend kan worden aangepakt, blijkt uit de conclusie van de A-G en het Hof, die daarom tegenover de aanpak van het Hof wordt gezet (par. 4 en 5). Het artikel rondt af met een analyse dat de inzet van de zaak is vrijheid van meningsuiting, maar dat het resultaat is meer overheidsinvloed op de filtertechnieken die censuur moeten voorkomen (par. 6).

Auteursrecht, censuur, Grondrechten, Vrijheid van meningsuiting

Bibtex

Article{nokey, title = {Polen is plotseling de verdediger van de Europese grondwet. Een beschouwing over de zaak Polen/Europees Parlement: HvJ EU 22 april 2022, zaak C-401/19}, author = {Dommering, E.}, url = {https://www.ivir.nl/publications/polen-is-plotseling-de-verdediger-van-de-europese-grondwet-een-beschouwing-over-de-zaak-polen-europees-parlement-hvj-eu-22-april-2022-zaak-c-401-19/auteursrecht_2022_4/}, year = {}, date = {DATE ERROR: pub_date = }, journal = {Auteursrecht}, volume = {2022}, issue = {4}, pages = {219-227}, abstract = {Dit artikel bevat een inleiding waarin de verandering in de communicatienetwerkomgeving wordt geschetst om te verduidelijken dat het systeem van de e-Commercerichtlijn niet goed meer past, maar waar toch nog dikwijls aan wordt gerefereerd (par. 1). Vervolgens wordt stilgestaan bij de constitutionele toetsing die het VEU introduceert (par. 2). Hiermee hangt samen dat een abstracte constitutionele toetsing aan de beperkingsclausules van het Handvest ingewikkeld is, een aspect dat in deze vorm in het auteursrecht nog niet eerder aan de orde is geweest (par. 3). Dat een dergelijke constitutionele toetsing heel verschillend kan worden aangepakt, blijkt uit de conclusie van de A-G en het Hof, die daarom tegenover de aanpak van het Hof wordt gezet (par. 4 en 5). Het artikel rondt af met een analyse dat de inzet van de zaak is vrijheid van meningsuiting, maar dat het resultaat is meer overheidsinvloed op de filtertechnieken die censuur moeten voorkomen (par. 6).}, keywords = {Auteursrecht, censuur, Grondrechten, Vrijheid van meningsuiting}, }